Amerikaanse onderzoekers keken naar het effect van de aanwezigheid van een spelcomputer met ‘actieve’ dan wel ‘inactieve’ spelletjes. Achtenzeventig gezonde kinderen tussen de 9 en de 12 jaar kregen een Wii® spelcomputer met console en toebehoren. De helft van hen mocht een ‘actief’ spel uitkiezen, de andere helft een ‘inactief’ spelletje. Na zes weken kregen de kinderen bovendien een tweede (actief dan wel inactief) spel. Gedurende drie maanden werd met behulp van een bewegingsmeter de lichamelijke activiteit van de kinderen gemeten. De kinderen mochten de Wii® na afloop van het onderzoek houden als ze de bewegingsmeter trouw genoeg gedragen hadden. Beide groepen kinderen maakten gebruik van de spelcomputer en speelden regelmatig; de eerste en de zesde week bij het krijgen van een nieuw spel het langst. De kinderen met een ‘actief’ computerspel hadden echter dezelfde lichamelijke activiteit als kinderen die een ‘inactief’ spel speelden.
Het lijkt leuk: wiiën in plaats van een wandeling op zondagmiddag, maar het effect op de lichaamsbeweging valt helaas toch tegen. (Linda Bröker)