Methode Bij een onderzoek in 62 huisartsenpraktijken in het zuiden van Engeland werden 434 niet-zwangere vrouwen geïncludeerd die zich hadden gemeld met klachten over een (mogelijke) urineweginfectie. Zij waren ouder dan 18 jaar en hadden meestal last van dysurie en toegenomen frequentie. De onderzoekers excludeerden vrouwen met ernstige psychische ziektes (bijvoorbeeld dementie) en/of bij vermoeden van andere ziektes (zoals vaginale klachten).
De klachten werden op een driepuntsschaal weergegeven: niet ernstig, matig of ernstig. De urine werd gescoord op troebelheid en afwijkende geur, waarna een dipsticktest werd gedaan. Als gouden standaard werd een urinekweek verricht (afkappunt voor een positieve kweek 10³).
Resultaten Van de 434 vrouwen had 66% (n = 287) op basis van de kweek een urineweginfectie. Van alle variabelen bleek nitriet het meest voorspellend voor een urineweginfectie (OR 5,6; 95%-BI 2,7 tot 11,7), gevolgd door leukocyten (OR 3,5; 95%-BI 2,1 tot 5,8) en erytrocyten (OR 2,1; 95%-BI 1,3 tot 3,4). De positief voorspellende waarde (PVW) voor nitriet was 81%, de negatief voorstellende waarde (NVW) 57%. De PVW voor erytrocyten of leukocyten was 74-76%, de NVW 68-76%. Waren alledrie de tests positief, dan was de PVW 91%. De kans dat een vrouw een urineweginfectie had als de dipsticktest positief was voor nitriet, leukocyten en erytrocyten was dus 91%. De NVW was 40%, je mist dan ook 60% van de urineweginfecties als je de afkapwaarde legt bij 3 positieve tests. Zijn alledrie de tests negatief, dan is de NVW 76%. Met andere woorden: van de vrouwen die een mogelijke urineweginfectie hadden, maar negatief scoorden op nitriet, leukocyten en erytrocyten had 76% geen urineweginfectie maar 24% wel, ondanks het negatief zijn van de drie tests.
Slecht 2 klinische variabelen bleken goede voorspellers voor een urineweginfectie: troebelheid van de urine en matige tot ernstige dysurie. Nycturie bleek een matig goede voorspeller. Voor de combinatie van troebelheid, dysurie en nycturie zochten de onderzoekers opnieuw naar een juist afkappunt. Bij aanwezigheid van minimaal 1 van deze 3 symptomen was de NVW 67%, bij aanwezigheid van alledrie was de PVW 82%.