Als de diagnose rond is, vindt behandeling plaats in de tweede lijn maar de rol van de huisarts is dan niet uitgespeeld. Patiënten stellen het zeer op prijs als we een vinger aan de pols houden, zo benadrukt ook Anemone Bögels, directeur van de Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenverenigingen. Als genezing niet mogelijk blijkt, schept een proactief contact een goede basis voor de latere begeleiding. Dat is echter moeilijk als patiënten hun ziekte of de ernst ervan lijken te ontkennen. Moet je patiënten dan ‘met de neus op de feiten drukken’? Natuurlijk moet een patiënt weten waar hij aan toe is, dat zijn we als arts ook verplicht om te vertellen. Ontkenning blijkt echter ook een gunstig copingsmechanisme. De Vos et al. laten zien dat longkankerpatiënten die hun ziekte in meer of mindere mate ontkennen, minder angstig en somber zijn en een betere kwaliteit van leven houden. Patiënt en naasten zitten hierin niet altijd op dezelfde golflengte. Hier ligt bij uitstek een taak voor huisartsen om dit spanningsveld te signaleren en bespreekbaar te maken.