Foto voorspelt pijnfluctuaties heupartrose niet

Zij gebruikten gegevens van 495 deelnemers met heupklachten uit een recent prospectief cohortonderzoek in de eerste lijn met 10 jaar follow-up bij patiënten met klachten van het bewegingsapparaat.  

Heuppijn 

Patiënten waren tussen de 45 en 65 jaar oud en presenteerden zich maximaal 6 maanden voor baseline voor het eerst bij de huisarts. Zij rapporteerden heuppijn op een schaal van 0-10 op 2, 5, 8 en 10 jaar na follow-up.  

Als een patiënt tijdens de follow-up een heupprothese kreeg, gebruikten de onderzoekers de gegevens van vlak voor de operatie als eindpunt. Voor iedere patiënt werd een rechte lijn over de gerapporteerde pijnscores geplot. Een relevante fluctuatie in pijnklachten werd gedefinieerd als een gemiddeld absoluut verschil tussen de voorspelde pijnscores op basis van de lijn en de gerapporteerde pijnscore van meer dan 1.  

Geen associatie 

De meeste patiënten hadden stabiele milde pijn of een daling van de pijnscore. Toch had 37% van de patiënten relevante fluctuaties. Een klinische of radiologisch bevestigde diagnose van heupartrose was niet geassocieerd met het hebben van relevante fluctuaties. De klinische diagnose werd gesteld volgens de criteria van de American College of Rheumatology.  

Terughoudendheid 

Het was al bekend dat heuppijn door artrose niet per se betekent dat er ook heupartrose op de röntgenfoto te zien is. Nu blijkt dat een röntgenfoto ook weinig zegt over het verloop van de pijn. Weer een reden om terughoudend te zijn met röntgendiagnostiek.