Orale medicamenteuze therapie Gegevens over de effectiviteit van medicamenteuze therapie bij menorragie zijn gebaseerd op kleine onderzoeken. Behandeling met de orale anticonceptiepil laat in één onderzoek 43% reductie in bloedverlies zien. Danazol resulteert in een gemiddelde bloedverliesreductie van 50%, tranexaminezuur in een reductie van 29-58% en NSAID’s in een reductie van 20-49%. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat zowel danazol als tranexaminezuur effectiever zijn dan placebo, progestagenen of NSAID’s. Danazol gaat echter gepaard met significante androgene bijwerkingen. In de literatuur is geen directe vergelijking te vinden van danazol met tranexaminezuur. Evenmin is er een significant verschil aangetoond tussen de orale anticonceptiepil en NSAID’s of danazol.
Levonorgestrel afgevend spiraal Het LNG-IUD laat een bloedverliesreductie zien van 71-96%. Het percentage vrouwen dat vroegtijdig met de behandeling stopt is echter hoog: in een onderzoek met 5 jaar follow-up onderging 42% van de vrouwen alsnog een hysterectomie. Veelgenoemde klachten zijn: intermenstrueel bloedverlies en hormonale bijwerkingen. Uit twee kleine onderzoeken (n = 44 respectievelijk n = 51) blijkt dat het LNG-IUD effectiever is dan norethisteron dan wel mefenaminezuur.
1 De follow-up van deze trials was kort (3 respectievelijk 6 maanden). Recent zijn de resultaten van een multicenter gerandomiseerd onderzoek in de eerste lijn gepubliceerd, waarin het LNG-IUD een beter effect heeft op de kwaliteit van leven dan reguliere medicamenteuze behandeling.
Endometriumablatie Vier trials vergelijken ballonablatie (een tweede-generatietechniek) met het LNG-IUD, waarvan twee onderzoeken van ablatie een grotere effectiviteit vertonen, terwijl in de andere twee trials het LNG-IUD effectiever is in het reduceren van de hoeveelheid bloedverlies. Er is geen significant verschil aangetoond in het percentage ontevredenheid (18% versus 23%) en kwaliteit van leven tussen beide behandelingen. Bovenstaande onderzoeken zijn relatief beperkt (max. n = 40 per behandelgroep), ze zijn uitgevoerd in de tweede lijn en de meeste ontberen gegevens van een langetermijnfollow-up.
2
Op basis van de huidige literatuur hebben tweede-generatietechnieken de voorkeur boven eerste-generatietechnieken omdat zij technisch simpeler en sneller uit te voeren zijn, terwijl de patiënttevredenheid en reductie in bloedverlies gelijk zijn.
Algemeen Onderzoeken met grotere patiëntaantallen die zowel de hoeveelheid bloedverlies als de kwaliteit van leven en patiënttevredenheid meenemen als uitkomstparameter, kunnen een beter antwoord geven op de vraag welke behandeling een geschikte keuze is in de huisartsenpraktijk.