Uitgaand van het idee dat er een verband is tussen RLS en perifere ijzerdeficiëntie bij een subgroep van patiënten, onderzochten de auteurs van de cochranereview of ijzersuppletie (oraal of parenteraal) effectief en veilig was.1 Zij vonden 10 gerandomiseerde trials met in totaal 428 patiënten die 2 tot 16 weken werden gevolgd. In 4 trials hadden de deelnemers ijzerdeficiëntie, gedefinieerd als een verlaagd ferritinegehalte. In drie trials kregen de deelnemers ijzer oraal, in zeven per injectie. In negen trials werd de ijzerbehandeling vergeleken met placebo, in één trial met de dopamineagonist pramipexol. De belangrijkste effectmaat was de ernst van de klachten, meestal gemeten met de IRLS: de International Restless Legs Syndrome Severity Scale. Vier trials werden gesponsord door de fabrikant van ijzerpreparaten, tevens de grootste trials met gezamenlijk meer dan de helft van de deelnemers.
De meta-analyse van de zeven trials die de score op de IRLS als uitkomst gebruikten, liet zien dat behandeling met ijzer in bescheiden mate effectiever was dan placebo met een gemiddeld verschil van 3,78 (95%-BI 6,25 tot 1,31) op een schaal van 0 tot 40. Het minimaal klinisch relevante verschil werd gedefinieerd als 2,9 tot 3,2 punten afname van de klachten. De GRADE-beoordeling voor de mate van zekerheid van dit resultaat was matig. De trial die ijzerbehandeling vergeleek met de dopamineagonist pramipexol toonde in beide groepen een gelijke afname in ernst van de RLS-symptomen. De verbeteringen bij ijzerbehandeling traden vooral op in de trials waarbij ijzer werd toegediend als injectie. De verbetering was onafhankelijk van de ijzerspiegel vóór de behandeling. De slaapkwaliteit verbeterde niet. Verder veroorzaakte behandeling met ijzer niet méér bijwerkingen dan placebo (RR 1,48; 95%-BI 0,97 tot 2,25). In het onderzoek waarbij ijzerbehandeling werd vergeleken met pramipexol bleek ijzerbehandeling echter met minder bijwerkingen gepaard te gaan dan behandeling met pramipexol. De kwaliteit van de geïncludeerde onderzoeken was matig: zes onderzoeken waren gevoelig voor selectiebias door onduidelijkheden bij de randomisatie; bij alle onderzoeken (op een na) was het niet mogelijk selectief rapporteren uit te sluiten, omdat er geen protocol te vinden was.
De auteurs van de cochranereview stellen dat ijzertherapie waarschijnlijk de ernst van RLS in gunstige zin beïnvloedt en waarschijnlijk weinig bijwerkingen heeft. Desondanks is het volgens hen nodig meer onderzoek te doen om vast te stellen welke patiënten hiervan het meeste baat hebben, welke toedieningsvorm het beste werkt en hoelang de behandeling moet worden toegepast.
Geen behandeling met ijzer
Huisartsen moeten behandeling met ijzer niet adviseren aan patiënten met RLS. Allereerst is de behandeling nog maar bij weinig patiënten getest (n = 428). Ten tweede werd een groot deel van de onderzoeken gesponsord door firma’s die de ijzerpreparaten maken. Meestal heeft gesponsord onderzoek een hoger risico op vertekening naar positieve uitkomsten.2 Ten derde is de kwaliteit van het opgenomen onderzoek matig. Ten vierde is het effect maar net klinisch relevant (3,8 punten op een schaal van 0 tot 40). Tot slot valt over de vergelijking met pramipexol niets te zeggen, omdat hier maar één onderzoek naar is gedaan.
Als patiënten ernaar vragen kan de huisarts aangeven dat er mogelijk een gering effect van injecties met ijzer is, maar dat daarover nog veel wetenschappelijke twijfel bestaat. De NHG-Standaard Slaapproblemen en slaapmiddelen is dus nog zeker actueel.