De haargroei kent drie fasen: de anagene fase (2 tot 6 jaar), de katagene fase (circa 14 dagen) en de telogene fase (3 tot 4 weken). Bij alopecia areata kan de haarfollikel in de aangetaste gebieden versneld overgaan in de katagene en telogene fase. Ook kan er iets misgaan met de keratinevorming van het haar doordat de haarfollikel wordt aangetast. Het haar kan hierdoor afbreken of dystrofisch worden. De oorzaak hiervan is waarschijnlijk een stoornis in de bloedcirculatie in de hoofdhuid of een verstoring van het autoregulatieproces. Andere mogelijke oorzaken zijn: genetische invloeden, hormonale invloeden (schildklieraandoeningen, zwangerschap) en ‘verhoogde ectodermale activiteit’ (vaak in combinatie met cataract, atopie en nagelveranderingen). Bepaalde aandoeningen van de behaarde hoofdhuid, zoals psoriasis en mycose, kunnen op alopecia areata lijken. De oorzaak van de aandoening kan stress zijn of nerveus plukken aan de haren (trichotillomanie). Ook langdurige lichte druk op het hoofd (pet of hoed) of langdurige lichte trekkracht (strak aangetrokken paardenstaart of vlecht) kan een blijvende alopecia veroorzaken.
De aandoening komt meestal voor bij mannen en vrouwen tussen de 20 en 40 jaar. De haargroei komt in meer dan 80% van de gevallen (onafhankelijk van de behandeling) weer geheel terug. Bij patiënten met een atopische constitutie of bij patiënten met een endocriene aandoening is de prognose echter beduidend slechter. Dat is ook het geval als de kale plek op de haargrens ligt. Uitbreiding naar wenkbrauwen, oksels, baard- of schaamstreek wijst op een ernstiger en langduriger verloop met een grotere kans op alopecia totalis.
Hoewel er geen effect is op het uiteindelijke resultaat versnellen lokale injecties met corticosteroïden volgens vele publicaties de terugkeer van de haren, maar RTC’s daarover ontbreken helaas. Deze behandeling kan bovendien ook lokaal bijwerkingen veroorzaken (bijvoorbeeld atrofie). Andere therapieën, zoals immuuntherapie of lichttherapie, doen vaak meer kwaad dan goed.