Vraagstelling Een kort tongriempje (ankyloglossie, incidentie 2-11%) is geassocieerd met borstvoedingsproblemen. Moeders van kinderen met ankyloglossie stoppen sneller met het geven van borstvoeding. Lactatiekundige adviezen kunnen de slagingskans van borstvoeding verbeteren.
Het inknippen van een kort tongriempje (frenulotomie) bij zuigelingen met borstvoedingsproblemen is een controversieel onderwerp, ook binnen de huisartsgeneeskundige literatuur. In de NHG-Standaard Zwangerschap en kraamperiode wordt de verrichting aanbevolen, terwijl in het boek Kleine kwalen bij kinderen frenulotomie tweede keus is na voedingsadviezen. Het Handboek verrichtingen in de huisartsenpraktijk beschrijft de procedure stap voor stap.
De vraag is of frenulotomie bij borstgevoede zuigelingen met een kort tongriempje leidt tot afname van borstvoedingsproblemen in vergelijking met conservatief beleid.
Zoekstructuur We zochten in PubMed naar een combinatie van de MeSH-termen: breastfeeding AND lingual frenum AND infant. We zochten tevens op synoniemen van deze MeSH-termen in titels en abstracts. De search werd gelimiteerd tot randomized clinical trials (RCT’s) en clinical trials. We zochten naar artikelen geïndexeerd voor 4 september 2012.
Resultaten Vier artikelen kwamen overeen met onze vraagstelling.1-4 Het betrof één observationele studie en drie RCT’s.
Griffiths onderzocht effectiviteit en veiligheid van frenulotomie bij zuigelingen met ankyloglossie en borstvoedingsproblemen, ondanks eerdere lactatiekundige adviezen (n = 215).
1 Frenulotomie leidde binnen 24 uur tot verbetering van borstvoeding bij 80% van de kinderen.
Hogan vergeleek de effectiviteit van frenulotomie met lactatiekundige adviezen bij zuigelingen met ankyloglossie en borst- of flesvoedingsproblemen (n = 57).
2 Follow-up bedroeg 48 uur, waarna de mogelijkheid tot frenulotomie werd geboden. Bij 27 van de 28 kinderen (95%) uit de interventiegroep leidde frenulotomie tot verbetering van het voeden. In de controlegroep gold dit slechts voor 1 van de 29 kinderen (3%). De overige kinderen uit de controlegroep kregen alsnog een frenulotomie.
Dollberg (n = 25) en Buryk (n = 58) vergeleken beiden het effect van een frenulotomie met een ‘alsof’-interventie bij zuigelingen met ankyloglossie en borstvoedingsproblemen.
34 Dollberg includeerde zuigelingen in een cross-overdesign, waarbij alle kinderen zowel de frenulotomie als de ‘alsof’-interventie, in willekeurige volgorde, kregen aangeboden. Tussentijds werd het effect van elke interventie gemeten. Er was geen follow-up. Frenulotomie leidde tot significante afname van de pijnscore.
Buryk randomiseerde deelnemers voor een frenulotomie of een ‘alsof’-interventie.
4 Binnen 14 dagen werd de mogelijkheid tot cross-over geboden, waarvan 27 van de 28 moeders uit de controlegroep gebruikmaakten. De follow-up bedroeg één jaar. Er was een significante afname van de pijnscore, zowel in de interventie- als de controlegroep, met een significant grotere afname in de interventiegroep. De borstvoedingsscore verbeterde alleen significant in de interventiegroep.
Bespreking De vier gevonden onderzoeken zijn alle van methodologisch matige kwaliteit. Het onderzoek van Griffiths kende geen controlegroep. In alle onderzoeken werd het effect enkel gemeten door moeders. Zowel Griffiths als Hogan blindeerden hen niet voor de interventie en er werden geen gestandaardiseerde uitkomstmaten gebruikt. Dollberg en Buryk blindeerden wel en gebruikten eveneens gestandaardiseerde uitkomstmaten. Omdat in alle RCT’s vrij snel na de interventie mogelijkheid tot cross-over werd geboden, en bijna alle moeders hiervan gebruikmaakten, is de waarde van verdere follow-up beperkt. In geen enkele studie traden complicaties op.
Conclusie In alle onderzoeken leidde frenulotomie op korte termijn tot een afname van borstvoedingsproblemen bij zuigelingen met ankyloglossie. Wegens belangrijke methodologische tekortkomingen is er echter grote kans op bias, met mogelijke overschatting van het effect als gevolg.
Betekenis Wij adviseren bij zuigelingen met borstvoedingsproblemen standaard een lactatiekundige anamnese en mondheelkundig onderzoek. Indien er sprake is van ankyloglossie, adviseren wij in eerste instantie lactatiekundige begeleiding. Bij onvoldoende effect valt frenulotomie te overwegen. Hoewel de evidence zeer beperkt is, lijkt frenulotomie tot een subjectieve verbetering te leiden zonder relevante complicaties.