Luchtwegverwijding is de basis van de medicamenteuze behandeling van COPD. Eerst met de kortwerkende middelen salbutamol, terbutaline of ipratropiumbromide en bij onvoldoende effect kunnen we vervolgens kiezen tussen langwerkende anticholinergica (tiotropium) en LWBM (formoterol of salmeterol). Hoe zinvol is een combinatie van langwerkende middelen? Deze vraag werd bestudeerd in een Cochrane-review waarin onderzoekers vijf trials analyseerden met in totaal 3263 patiënten met matige of ernstige COPD. De onderzoeken vergeleken het effect van tiotropium met dat van tiotropium plus een LWBM (formoterol, salmeterol, of indacaterol). De NHG-Standaard COPD beveelt indacaterol overigens niet aan omdat de ervaring hiermee beperkt is.
De combinatiebehandeling resulteerde in een hogere levenskwaliteit (gemiddeld verschil -1,61 (95%-BI -2,93 tot -0,29)) op de SGRQ-score van 0 tot 100, waarbij een lagere score beter is. Dit is een klein effect, want op de SGRQ wordt een verschil van 4 pas klinisch relevant geacht. Er was geen verschil in het aantal ziekenhuisopnames, exacerbaties en sterfte, maar waarschijnlijk speelt de korte follow-up (3 tot 12 maanden) hierbij een rol. Wel was de FEV1-toename groter bij de combinatiebehandeling (gemiddeld verschil 0,07 liter; 95%-BI 0,05 tot 0,09).
Kortom: er lijkt geen bezwaar tegen toevoeging van LWBM aan tiotropium, maar het verwachte effect is klein. Wel moeten we in acht nemen dat het bijwerkingprofiel van LWBM wat ongunstiger is bij cardiovasculaire comorbiditeit. Proberen en blijven evalueren dus. (Lidewij Broekhuizen)