In een clustergerandomiseerd onderzoek werd in de interventiepraktijken bij alle kinderen een CRP-sneltest uitgevoerd en in de controlepraktijken alleen bij kinderen met klinische risicofactoren. Daaronder vallen: kortademigheid, temperatuur ≥ 40 °C, diarree bij kinderen tussen de 12 en 30 maanden of een niet-pluisgevoel van de arts. In totaal analyseerden de onderzoekers 2844 infectie-episodes bij kinderen bij 133 huisartsen in België. De primaire uitkomstmaat was een antibioticavoorschrift.
Vergeleken met ziekte-episodes waarbij geen CRP-sneltest werd afgenomen, bleek het louter uitvoeren van de test al te resulteren in een afname van antibioticavoorschriften in gevallen waarin de Belgische richtlijn een antibioticum had aanbevolen (gecorrigeerde oddsratio 0,54; 95%-BI 0,33 tot 0,90). Met name normale CRP-waarden leidden tot een flinke daling van antibioticumvoorschriften, ongeacht of het richtlijnadvies luidde voorschrijven (gecorrigeerde oddsratio 0,24; 95%-BI 0,11 tot 0,50) of niet voorschrijven (gecorrigeerde oddsratio 0,31; 95%-BI 0,17 tot 0,57). Verhoogde CRP-waarden leidden niet tot een toename van antibioticumvoorschriften.
Het is duidelijk dat een normale CRP-waarde voor de huisarts een sterk argument is om niet voor te schrijven, ongeacht het richtlijnadvies. Toekomstig onderzoek naar de CRP-test zou zich moeten richten op het beter herkennen van de kinderen die baat zullen hebben bij antibiotica zodat die middelen efficiënter kunnen worden ingezet.
Literatuur
- Lemiengre MB, et al. Point-of-care CRP matters: normal CRP levels reduce immediate antibiotic prescribing for acutely ill children in primary care: a cluster randomized controlled trial. Scandinavian Journal of Primary Health Care 2018;36:423-36.