Neonatale pustulosis cephalis ontstaat meestal vanaf de geboorte of in de eerste twee tot drie weken en wordt met name gezien in het gelaat (kin, wangen en voorhoofd, soms ook op de oogleden). Het wordt in de helft van de gevallen veroorzaakt door
Malassezia furfur (Pityrosporon), een gevolg van toegenomen activiteit van talgklieren bij pasgeborenen. Het is een neonatale Pityrosporon folliculitis. Neonatale pustulosis cepahlis moet differentiaaldiagnostisch worden onderscheiden van acne neonatorum.
1 Acne neonatorum komt vaker voor, ontstaat enkele weken tot maanden na de geboorte en kenmerkt zich eveneens door de aanwezigheid van comedonen. In de differentiaaldiagnose staan milia, erythema toxicum neonatorum, transiente neonatale pustulaire melanosis, miliaria rubra, talgklierhyperplasie, candida-infectie, hyper-IgE-syndroom of na gebruik van medicatie bij de moeder peri- of postpartum (met name lithium, fenytoïne en glucocorticosteroïden).
2 Veelal wordt de diagnose à vue gesteld, waarbij een preparaat van de inhoud van een pustel met 10% kaliumhydroxide-oplossing (KOH) het typische beeld laat zien van schimmeldraden en gisten (‘spaghetti met meatballs’).
Meestal is geen behandeling nodig; het gaat vanzelf over. Ondanks het soms imponerende huidbeeld is het raadzaam om de ouders gerust te stellen over het goedaardige beloop. Zo nodig kan behandeld worden met 2% ketoconazolcrème een- tot tweemaal daags gedurende enkele dagen.