Wereldwijd worden er 166 verschillende point-of-care-antilichaamtests (POCT) voor COVID-19 aangeboden, waarvan er momenteel 23 worden geëvalueerd en gevalideerd in Nederlandse laboratoria. Van deze ‘sneltests’ wordt geclaimd dat ze de aanwezigheid van IgM-antilichamen (snelle immuunrespons) en IgG-antilichamen (immuunrespons in later stadium) tegen COVID-19 bepalen, en zo een individuele immuunstatus vaststellen.
Zestien verschillende POCT’s werden gevalideerd door 14 verschillende laboratoria in Nederland. Op basis van deze data keken de onderzoekers naar de inzetbaarheid van POCT’s ten behoeve van:
- diagnostiek van individuele patiënten (voorwaarden: specificiteit > 98% en sensitiviteit > 95%)
- specifieke (sub)populaties, met als mogelijk doel aanpassen van maatregelen (voorwaarden: specificiteit > 98% en sensitiviteit > 85%)
- epidemiologische onderzoeken (voorwaarden: specificiteit > 98% en sensitiviteit > 95%)
Het uitgangspunt is daarbij steeds dat de kans dat iemand die geen antistoffen heeft ook een negatieve testuitslag krijgt (specificiteit) zeer hoog moet zijn, waardoor een valse geruststelling dus zo min mogelijk voorkomt. Daarnaast is de gevoeligheid om COVD-19-antistoffen op te pikken (sensitiviteit) zeer belangrijk. Op basis van de voorlopig beperkte validatiedata concluderen de onderzoekers dat vooralsnog geen enkele POCT geschikt is voor populaties met milde klachten en/of asymptomatische infecties, met name omdat de sensitiviteit van IgG bij alle tests veel te laag was (< 80%), en dus de kans dat iemand die antistoffen heeft toch een negatieve uitslag krijgt te hoog (> 20%). Bij patiënten met een ernstige infectie scoren de tests beter, maar deze groep wordt vaak al getest met PCR-diagnostiek.
Validiteit ontoereikend
De Taskforce stelt dat de validiteit van POCT’s ontoereikend is en dat het testen van specifieke groepen momenteel zou kunnen leiden tot een onterechte veronderstelling van bescherming. Bij een antistofrespons is de mate en duur van immuniteit namelijk nog niet bekend en analoog aan andere respiratoire coronavirussen is de verwachting dat immuniteit beperkt is en re-infecties – inclusief besmettelijkheid – kunnen optreden.
In individuele en specifieke gevallen, bijvoorbeeld als PCR niet mogelijk is, zou u kunnen overwegen toch een sneltest te doen. Overleg in dat geval met uw regionale laboratorium over de kwaliteit van de aangeboden test en neem dat mee in uw interpretatie van de uitslag en communicatie naar de patiënt.
Lees meer over de rapportage van het RIVM: Status validatie van point-of-care serologie testen voor diagnostiek van SARS-CoV-2; overwegingen voor gebruik.
Literatuur
- RIVM. Taskforce serologie. Samenvatting van rapportage. Status validatie van point-of-care serologie testen voor diagnostiek van SARS-CoV-2; overwegingen voor gebruik. Bilthoven: RIVM, 5 mei 2020.