‘Voor je iets met een fout kunt doen, moet die wel eerst gemeld worden en daar gaat het meteen al mis’, vertelt Zwart. ‘In de eerste plaats moet je een fout “zien”. Veel dingen zijn zó ingeslepen geraakt in de praktijk, dat missers niet eens gesignaleerd worden.
Vervolgens moet je de fout registreren: een extra administratieve handeling en geen leuk werkje! Bovendien zijn huisartsen echte “probleemoplossers”, als er iets fout gaat, pakken ze het meteen aan. Het lijkt dan overbodig om een al opgelost probleem achteraf nog te gaan registreren.
Een derde belemmerende factor is dat mensen het lastig vinden om op te schrijven wat ze niet goed doen, vooral als het om grote fouten gaat. Hoe ernstiger de gevolgen, hoe minder gemakkelijk de fout wordt gemeld, zagen we in ons onderzoek. Dat is ook logisch: als iets aan het hart van je professionele functioneren raakt, is het moeilijk er kritisch naar te kijken. Als er bovendien behoorlijke schade is ontstaan, is dat ook nog eens heel bedreigend voor jou als dokter.
Een vierde belemmering is dat huisartsen bij sommige incidenten denken: dat kan ik nu wel melden en analyseren, maar het overkomt me een volgende keer zo weer opnieuw, want op deze manier werken we hier nou eenmaal.’