Zeker zo interessant voor de huisarts is dat Dros ook op zoek ging naar factoren die de prognose van duizeligheidsklachten bij ouderen kunnen voorspellen. ‘We hebben onze duizelige ouderen onderzocht en dat na een halfjaar herhaald. Bijna tweederde van hen had na een halfjaar minder beperkingen van hun klachten, maar ongeveer één op de tien had juist substantieel meer last. Het is zinvol om je therapeutische mogelijkheden te richten op die laatste groep, want bij hen valt de meeste winst te halen.’
Zeven factoren voorspelden een ongunstig beloop: chronische duizeligheid (minstens zes maanden bestaand), langer stilstaan als uitlokkende factor, moeite met lopen en (bijna) vallen, polyfarmacie, afwezigheid van diabetes, aanwezigheid van een angst- of depressieve stoornis en een beperkte functionele mobiliteit. Dros: ‘Aan een aantal van deze factoren kun je als huisarts natuurlijk niets doen. Maar het wordt interessant als je dat wel kunt, zoals bij beperkingen in de functionele mobiliteit, een angst- of depressieve stoornis, of bij polyfarmacie. Daarin zitten ook aanknopingspunten voor vervolgonderzoek: wat is het effect als je deze factoren aanpakt? Angst en depressie worden bijvoorbeeld bij ouderen dikwijls niet onderkend – het wordt “normaal” gevonden als je in die levensfase een beetje somber bent – maar áls het wordt onderkend wordt niet vaak gekozen voor een niet-medicamenteuze aanpak, zoals gesprekstherapie. Toch denk ik dat het goed is om niet meteen te kiezen voor medicatie met duizeligheid als bijwerking. Verder is het natuurlijk altijd belangrijk om de mobiliteit zoveel mogelijk te verbeteren of te handhaven.’
Heeft Dros een verklaring waarom de afwezigheid van diabetes de prognose ongunstig beïnvloedt? ‘Dat is inderdaad verbazingwekkend. Misschien komt het door de populatie die we includeerden: ouderen die zich bij de huisarts presenteerden met duizeligheidsklachten. Diabetespatiënten zien vaker de praktijkondersteuner, of hun klachten zijn eerder bekend omdat ze vaak op controle komen. Maar we weten het niet echt.’