Een significant grotere kans op vervolgcontact bij de eigen huisarts vonden we bij patiënten die ook voorafgaand contact hadden met de eigen huisartsenpraktijk (OR 3,28), bij ouderen (OR 1,36) en bij patiënten die een telefonisch consult of visite kregen (OR respectievelijk 1,17 en 1,40). Ook patiënten die minder zorg kregen dan ze verwachtten en patiënten die negatief oordeelden over de ontvangen zorg hadden een grotere kans op een vervolgcontact met de eigen huisarts (OR respectievelijk 1,63 en 1,57). Kinderen, jongeren en patiënten die een hoog rapportcijfer gaven voor de ontvangen zorg op de HAP hadden een kleinere kans op een vervolgcontact met de eigen huisarts (OR respectievelijk 0,72; 0,69 en 0,86).
Een significant grotere kans op vervolgcontact bij de huisartsenpost vonden we bij kleine kinderen (OR 1,26), patiënten die eerder bij de eigen huisarts waren geweest (OR 1,91), patiënten die een visite kregen (OR 1,55) en bij patiënten die minder zorg kregen dan ze verwachtten (OR 2,30). Zie [figuur 2].