Er worden diverse soorten onderscheiden: patiënten met woede-aanvallen, afhankelijke patiënten die voortdurend aandacht en bevestiging nodig hebben, ongeduldige en eisende patiënten, patiënten die halsstarrig adviezen niet opvolgen en patiënten die altijd te laat komen of de rekeningen niet betalen. Vanzelfsprekend behoeft iedere soort zijn eigen aanpak, waarbij de dokter vooral ook zijn eventuele eigen aandeel in de problematiek niet moet vergeten. Voorts is het zaak oog te hebben voor het feit dat veel onbetamelijk gedrag van patiënten voortvloeit uit angst over hun gezondheid of een eigenhandig ondernomen zoektocht naar de beste behandeling. Dat neemt niet weg dat het zaak is de materie helder met de patiënt te bespreken en duidelijk aan te geven waar de grenzen liggen. Het artikel geeft daarvoor een aantal nuttige adviezen. Zo kan de dokter bij boosheid proberen een bondje met de patiënt te creëren om het probleem gezamenlijk op te lossen. Zorg ook voor een setting van gelijkwaardigheid en nabijheid met aandacht voor lichaamshouding en geef de patiënt gelegenheid tot het aantrekken van al zijn kleren. Bij de afhankelijke patiënt is het advies alle rode vlaggen te hijsen als deze de dokter op een voetstuk gaat plaatsen, in de hoop dat de laatste zich gestreeld voelt en nog harder gaat lopen. Het wordt dan tijd uit te leggen dat veelvuldig geroep om aandacht het bijtijds onderkennen van werkelijk belangrijke pathologie eerder belemmert dan bevordert.
En als het allemaal niet helpt? Als ultimo refugio resteert dan nog verwijdering van de patiënt uit de praktijk. Ook daarvoor levert het stuk een gedetailleerd recept hoe dat aan te pakken.
Tjerk Wiersma