H&W maakt gebruik van functionele cookies die strikt noodzakelijk zijn voor de werking van de website en analytische cookies om inzicht te krijgen in de werking en effectiviteit van de website.
H&W maakt gebruik van functionele cookies die strikt noodzakelijk zijn voor de werking van de website. We gebruiken analytische cookies om de website te verbeteren. Tevens gebruiken we cookies voor advertenties. U kunt hieronder aangeven welke cookies u toestaat. We gebruiken de volgende cookies:
Door in te loggen op HAweb krijgt u toegang tot de artikelen op HenW.org.
Beste abonnee, je hebt toegang tot HenW.org door in te loggen met je HAwebSSO-account. Onlangs heb je mail van ons ontvangen hoe je dit account kunt activeren. Hulp nodig bij het aanmaken van een nieuwe inlog? Heb je vragen? Neem dan contact op met onze supportteam via contactcentrum@nhg.org.
Alle patiënten die ooit een hart- of vaatziekte doormaakten hebben ongeveer eenzelfde verhoogd risico op een recidief cardiovasculair event. In elk geval is dit risico hoger dan 20% over een periode van minimaal 10 jaar. Op grond van welke kenmerken valt dit risico nauwkeuriger te voorspellen?
Dorresteijn et al. onderzochten 5788 patiënten die een primaire manifestatie van arteriosclerotisch vaatlijden hadden doorgemaakt, zoals hartinfarct, CVA, aneurysma of perifeer vaatlijden. Zij gebruikten gegevens van lichamelijk onderzoek, labonderzoek en beeldvormend onderzoek en berekenden wat de onafhankelijke, voorspellende waarde voor het optreden van een recidief cardiovasculair event was in de komende 10 jaar, voor elke factor afzonderlijk. Verschillende modellen werden getest door diverse factoren samen te voegen binnen een predictiemodel. Uiteindelijk leverde dit het meest optimaal voorspellende algoritme op: de SMART-riskscore. De SMART-riskscore is opgebouwd uit klinisch eenvoudig te verkrijgen variabelen zoals bloeddruk, cholesterolwaarden, leeftijd en CRP. Achttien procent had een relatief laag risico op een recidief van minder dan 10%, 40% zat tussen de 10% en 20%, 19% tussen de 20% en 30% en 23% had een risico op een recidief binnen 10 jaar van meer dan 30%.
Dit is in de eerste plaats natuurlijke belangrijke informatie voor de patiënten zelf, maar het biedt ook de mogelijkheid om hoogrisicopatiënten te selecteren voor arbeidsintensieve of dure behandelingen. De geldende regels voor primaire preventie om alleen hoogrisicopatiënten medicamenteus te behandelen, zijn in de toekomst mogelijk ook van toepassing op secundaire preventie. Hoe kleiner het absolute risico, hoe lager het rendement van behandeling en hoe geringer de noodzaak om medicamenteus in te grijpen. En dat is voor patiënten ook prettig om te weten.