Met interesse las ik de herziening van de NHG-Standaard Vaginaal bloedverlies.
1 Opmerkelijk vind ik dat deze standaard adviseert bij postcoïtaal en intermenstrueel bloedverlies een chlamydiatest te verrichten indien er een risico op soa is. Hiervoor wordt – ten ontrechte – verwezen naar de NHG-Standaard Het soaconsult.
2 De standaard baseert diagnostisch handelen echter op een risicoschatting. Infecties met
Chlamydia trachomatis komen het meest voor in Nederland, en zijn met name onder jongeren breed verspreid. De NHG-Standaard Het soa-consult adviseert dan ook een chlamydiatest indien er geen sprake is van additioneel risico. Onder hoogrisicogroepen komen ook andere soa vaker voor en is het advies om testen op de big-5 te overwegen: chlamydia, gonorroe, hiv, syfilis en hepatitis. Bij een patiënte uit een risicogroep met postcoïtaal of intermenstrueel bloedverlies is naast een chlamydiatest dus ook een gonorroetest aangewezen om aan te tonen of uit te sluiten of er sprake is van een chlamydia en/of gonorrhoïsche cervicitis of endometritis/PID. Dit lijkt dus een omissie in deze herziening van de NHG-Standaard Vaginaal bloedverlies. Welke test bij welk risicoprofiel hoort, is af te lezen in de beslisboom die door de Huisartsadviesgroep Seksuele Gezondheid (seksHAG) is uitgebracht bij het verschijnen van de herziene NHG soa-standaard. Zie:
https://sekshag.nhg.org/sites/default/files/content/sekshag/uploads/beslisboomkaart_soa_testen_2013.pdf.