Het is bekend uit eerdere onderzoeken dat artsen regelmatig klinische vragen hebben. Marlous Kortekaas en haar collega’s uit Utrecht onderzochten hoe vaak en hoe huisartsen-in-opleiding (aios) omgaan met het hebben van klinische vragen en hoe ze daarop antwoorden vinden. Zij vroegen 76 aios om gedurende 8 opeenvolgende praktijkdagen een logboek bij te houden bij elk consult (geen telefonische consulten) over het opkomen van zoekvragen, hun zoekacties en de eventueel gevonden antwoorden.
De 76 aios rapporteerden 1533 zoekvragen bij 7300 patiënten, dit komt neer op 0,2 zoekvraag per patiënt, ofwel 1 zoekvraag op 5 patiënten. Bij 80% van de zoekvragen probeerden aios actief antwoorden te vinden, meestal tijdens het consult (61%). Gemiddeld kostte dit 4 minuten per zoekvraag. De zoekacties leverden in 80% van de gevallen een antwoord op, waarmee in 26% van de gevallen de klinische besluitvorming werd verbeterd en in 23% van de gevallen het genomen besluit werd bevestigd.
Meestal consulteerden de aios een collega (35% van de zoekvragen) of raadpleegden zij de NHG-Standaarden (26%) of andere richtlijnen (11%). Ondanks de aandacht in het curriculum van de studie Geneeskunde voor effectief zoeken via PubMed en andere online databases, gebruikten aios deze strategieën weinig (2%).
Annet Sollie