Wetenschappelijke literatuur over het beslissingsproces op de huisartsenpost is beperkt. De meeste diagnostische cardiovasculaire beslisregels zijn gebaseerd op patiënten uit de tweedelijns zorg, zoals de Spoed Eisende Hulp, en bevatten vaak aanvullende onderzoeken zoals elektrocardiogram, troponinebepaling en beeldvorming. Daarnaast is op de huisartsenpost de a-priorikans op acute cardiovasculaire ziekten kleiner, wat maakt dat gepubliceerde onderzoeksresultaten vaak niet toepasbaar zijn in deze setting.
1 Bij telefonische triage staat de initiële klachtenpresentatie met voorgeschiedenis en patiëntkarakteristieken centraal en is er geen mogelijkheid voor aanvullend onderzoek. De klachtenpresentatie kan anders zijn afhankelijk van onder andere geslacht, leeftijd, comorbiditeit en etniciteit. Vrouwen presenteren zich bijvoorbeeld vaker zonder pijn op de borst, waardoor de diagnose moeilijker herkenbaar is.
2 Van alle patiënten die verwezen worden naar het ziekenhuis op verdenking van acuut coronair syndroom blijkt dit bij ongeveer 15% daadwerkelijk het geval te zijn. De NTS is een computerondersteunde beslishulp die door een expert-panel is samengesteld met elementen van de NHG Triage Wijzer en de Manchester Triage Standaard. Onderzoek naar de validatie van de NTS is uitsluitend gedaan met surrogaatmarkers als uitkomst. Zo werd de associatie bepaald tussen het urgentieniveau en het aantal verwijzingen naar de eerste hulp en het aantal zelfzorgadviezen.
3 Er is nog geen onderzoek gedaan naar de relatie van de urgentiebepaling met de uiteindelijke diagnose, waarbij gekeken wordt of de patiënt terecht een hoge of lage urgentie heeft gekregen voor de al dan niet gediagnosticeerde ziekte.