Juist omdat huisartsen gewend zijn te zorgen voor patiënten met multimorbiditeit terwijl richtlijnen nauwelijks sturing geven, zijn hun ervaringen en beweegredenen een belangrijke bron van kennis. Ik heb hun meningen en ideeën gepeild door middel van kwalitatief onderzoek, dat beschreven wordt in het tweede deel van mijn proefschrift. In theorie zijn veel standaarden relevant voor patiënten met multimorbiditeit. In focusgroepen heb ik onderzocht welke prioriteiten huisartsen hierbij stellen en hoe zij de standaarden waarderen als die toegepast ‘moeten’ worden op patiënten met multimorbiditeit.
De basis van het beleid wordt uiteraard gevormd door medische afwegingen, maar huisartsen stemmen hun zorg ook af op de persoonlijke omstandigheden van de patiënt. Zij vonden het essentieel om dit altijd te doen bij patiënten met multimorbiditeit. Als er veel problemen zijn, ontstaat complexe zorg, met name als de aandoeningen zowel somatisch als psychisch van aard zijn. Huisartsen willen geïntegreerde zorg leveren en daarmee versnippering voorkomen. Ze proberen het overzicht te houden over de problemen en behandelingen, en te komen tot shared decision making. Gezamenlijke besluitvorming is extra belangrijk bij complexe zorg en een persoonlijke relatie met de patiënt helpt daarbij. Samengevat bleek ‘patiëntgerichte zorg leveren’ het hoofddoel van huisartsen bij patiënten met multimorbiditeit.
De huisartsen hadden de ervaring dat het al te strikt volgen van standaarden en richtlijnen conflicteert met patiëntgericht werken bij patiënten met multimorbiditeit. Ze waardeerden het enorm dat er standaarden beschikbaar zijn, maar als ze zich steeds aan alle adviezen daaruit zouden houden, zou dat te weinig ruimte overlaten om aan te sluiten bij de behoeften en risico’s van de individuele patiënt. Een combinatie van richtlijnen zal nooit helemaal passend zijn voor een specifieke, complexe situatie. Met name voor de oudere patiënt met multimorbiditeit betwijfelden de huisartsen vaak het nut van de geadviseerde preventieve maatregelen, en ze plaatsten vraagtekens bij de geldigheid van sommige richtlijnen. Er kwamen enkele suggesties om de toepasbaarheid van de richtlijnen te verbeteren, bijvoorbeeld door betere rapportage van de externe validiteit en door een rangorde aan te brengen in de aanbevelingen.
Huisartsen vertelden dat ze niet altijd stug vasthouden aan de richtlijnen. Beslissingen over de zorg voor patiënten met multimorbiditeit waren soms vooral gebaseerd op het gezonde verstand. Feitelijk is dit ook hoe evidence-based geneeskunde bedoeld is; namelijk het combineren van het best beschikbare bewijs met persoonlijke klinische ervaring.