Uit een database waarin nieuwe gevallen van kanker worden geregistreerd (National Cancer Registry Ireland) zijn 7116 patiënten met een melanoom geselecteerd in de periode 2002-2011. Gegevens over onder andere leeftijd, geslacht, het jaar dat de diagnose ‘melanoom’ was gesteld, de locatie van excisie, het pathologisch stadium en doodsoorzaak werden verzameld.
De onderzoekers concluderen dat 8,5% van de melanomen werden verwijderd in de eerste lijn. 4,9% van de patiënten in de eerste lijn en 11,1% in de tweede lijn overleed vanwege een melanoom. Dit was, na correctie voor factoren die invloed hebben op de overleving, niet significant verschillend. In de eerste lijn werden meer afwijkingen van de romp en extremiteiten verwijderd. Daarnaast waren ze vaker in een vroeger stadium verwijderd.
De Nederlandse Richtlijn Melanoom (2012) adviseert huisartsen geen verdachte moedervlekken te verwijderen en patiënten binnen vijf werkdagen te verwijzen naar een dermatoloog. Het onderzoek laat echter zien dat huisartsen die deze zorg leveren laagdrempelig een behandeling aan patiënten kunnen bieden bij een verdachte huidafwijking, zónder dat dit een slechtere uitkomst geeft.