Van alle cytostatica is bekend hoelang beschermende maatregelen nodig zijn na de laatste toediening. Deze informatie is te vinden op de ‘crashkaart cytostatica’ van de Handreiking en op www.sibopmaat.nl, een nuttige website met patiënteninformatie. Voor capecitabine (Xeloda) is dat bijvoorbeeld twee dagen. Uit praktisch oogpunt of als het cytostaticum niet bekend is (patiënt weet het niet, er is nog geen brief) wordt voor de zekerheid een risicoperiode van zeven dagen aangehouden.
De maatregelen bij urineonderzoek in laboratoria zijn niet anders dan bij ‘niet-besmette’ urine, namelijk werken met handschoenen aan die vervangen moeten worden voordat de volgende urine wordt nagekeken. Bij kans op morsen wordt een schort geadviseerd, met lange mouwen.
Gelden deze regels ook in de huisartsenpraktijk? Wat zijn daar de eventuele risico’s, werken wij wel veilig?
Het is een feit dat risico’s bij sporadisch contact niet bekend zijn. In de patiëntenfolder in de Handreiking staat: ‘een sporadisch contact met cytostaticaresten is tot nu toe niet als schadelijk bewezen.’ Kortom, er is geen reden tot zorg maar wel reden om voorzichtig te zijn.
Voor zorgverleners ligt het anders. Uit veiligheidsoverwegingen worden de toxische effecten die zijn aangetoond bij een hoge dosering cytostatica als uitgangspunt gebruikt voor effecten bij een lage dosering. Voorzichtigheid is hier dus geboden. Voor zwangere werknemers verwijst de Handreiking naar het Arbokennisdossier Cytostatica, waarin staat dat de voorgeschreven maatregelen een zodanig hoog beschermingsniveau geven dat er geen risico is voor zwangere werknemers bij veilig werken.