Het aantal patiënten met een hoog risico op hart- en vaatziekten neemt toe. Het grootste deel van deze patiënten wordt begeleid in de eerste lijn. Zelf-management en internetondersteuning zouden een deel van het werk kunnen overnemen, maar wetenschappelijk bewijs voor effectiviteit hiervan ontbreekt. Nieuw onderzoek laat zien dat een uitgebreid ondersteuningsprogramma via telefoon en internet slechts een klein maar klinisch relevant effect heeft op het cardiovasculair risico.
Engelse onderzoekers includeerden 641 patiënten in een pragmatische klinische trial in de eerste lijn. De patiënten waren tussen 40 en 74 jaar en hadden een 10-jaars risico van ≥ 20% met een blanco cardiale voorgeschiedenis. Deelnemers in de interventiegroep kregen ondersteuning via de ‘Healthlines service’. Deze service bestond, naast de gebruikelijke zorg bij de huisarts en praktijkondersteuner, uit ondersteuning bij leefstijlverandering en therapietrouw door een getrainde gezondheidsadviseur via wekelijkse telefoongesprekken en een online portal. De controlegroep kreeg alleen gebruikelijke zorg. De primaire uitkomstmaat was een verbetering of behoud van 10-jaars cardiovasculair risico na 1 jaar follow-up.
In de interventiegroep bereikten iets meer deelnemers dit eindpunt dan in de controlegroep (50% versus 42%; OR 1,3; 95%-BI 1,0 tot 1,9). In absolute zin was er geen verschil in 10-jaars risico (-0,4%; 95%-BI -1,2 tot 0,3%). Wel was er een verlaging van de bloeddruk (-2,7 mmHg systolisch) en gewicht (-1,0 kg) in de interventiegroep. Healthlines-deelnemers hadden ook een betere medicatietrouw, een beter dieet, meer beweging en waren meer tevreden met de zorg. Een eerste analyse liet zien dat het programma kosteneffectief was, maar verdere details worden nog gepubliceerd.
Dit onderzoek maakt duidelijk dat er slechts een klein effect is van een uitgebreid ondersteuningsprogramma met telefoon en internet op het cardiovasculair risico. Toch zou dit op populatieniveau een groot effect kunnen hebben op cardiovasculaire eindpunten. De onderzoekers concluderen dat een interventie met telefoon- en internetondersteuning vooral geschikt en effectief lijkt voor gemotiveerde patiënten die deze vorm van ondersteuning ook zien zitten. Deze conclusie is waarschijnlijk ook van toepassing op de Nederlandse situatie.
Salisbury C, et al. Telehealth for patients at high risk of cardiovascular disease: pragmatic randomised controlled trial. BMJ 2016;353:i2647.