In de klassieker The House of God geeft Samuel Shem een prachtig advies: ‘At a cardiac arrest, the first procedure is to take your own pulse.’ Loopt het consult vast? First, take your own pulse. Ga achterover zitten, ontspan, en neem een moment van reflectie. Het gesprek loopt dus vast. Ligt het aan mij? Aan de patiënt? Aan onze interactie? Of ligt het aan de inhoud? Hoewel het bijna altijd aan een combinatie van deze factoren ligt, is het verstandig om eerst bij uzelf te rade te gaan. Niet zozeer omdat u de oorzaak van de miscommunicatie bent (soms wel natuurlijk), maar omdat u als arts verantwoordelijk bent voor het verloop van het gesprek.
Ken uzelf. Met wat voor soort mensen of onderwerpen heeft u moeite? Bent u met het juiste been uit bed gestapt? Bent u er met uw gedachten wel bij? Er zijn vele instrumenten die u kunnen helpen meer inzicht te krijgen in uw voorkeurs-communicatiestijl. Ik noem er drie: de Roos van Leary, de kernquadranten van Ofman en de belangrijkste: intervisie, bijvoorbeeld volgens de Balint-methode. De Roos van Leary geeft niet alleen inzicht in uw eigen stijl, maar tevens in de interactie en laat bovendien zien hoe het ook anders kan. Stelt de patiënt zich onnodig afhankelijk op (onder-samen) en bent u daar in kernquadrantentermen ‘allergisch’ voor? Reageer dan eens niet complementair (boven-samen), maar symmetrisch (onder-samen): ‘Goh, hoe gaat u dat oplossen?’
Vanzelfsprekend zijn er ook patiënten met wat uitdagender persoonlijkheidstrekken en aanverwante wijzen van communiceren. Dat arts en patiënt in de huidige gezondheidszorg steeds meer een gelijkwaardige rol krijgen, ieder als specialist op het eigen kennis- en ervaringsgebied, biedt kansen voor een meer gelijkwaardig en daarmee minder beladen gesprek. Naast de Roos van Leary, kan de reddingsdriehoek van Karpman helpen om de interactie inzichtelijk te maken. De uitdaging zit hem vaak in het uit de traditionele doctor-knows-best rol te blijven, hoewel hier belangrijke uitzonderingen op zijn, zoals medische spoed.