De auteurs includeerden 47 gerandomiseerde trials (2989 deelnemers), waarbij een corticosteroïdinjectie werd vergeleken met minimaal één andere interventie bij patiënten met fasciitis plantaris. De trials varieerden in veel opzichten van elkaar: de manier waarop de diagnose werd gesteld, de duur van de klachten, de injectietechniek (echogeleid of niet) en het toegediende corticosteroïd. Er waren 41 trials van lage kwaliteit. Slechts twee onderzoeken vonden plaats in een eerstelijns setting.
Ondanks de heterogeniteit van de verschillende onderzoeken konden de auteurs enkele meta-analyses verrichten. Zo vonden zij meer afname van pijn op de korte termijn (0 tot 6 weken) voor corticosteroïdinjecties ten opzichte van autoloog bloed (SMD 0,56; 95%-BI 0,86 tot 0,26) en inlegzooltjes (SMD 0,91; 95%-BI 1,69 tot 0,13). Op de lange termijn (> 13 weken) gaven dry needling (SMD 1,45; 95%-BI 0,70 tot 2,19) en Platelet Rich Plasma-injecties (SMD 0,61; 95%-BI 0,16 tot 1,06) een sterkere afname van pijn dan corticosteroïdinjecties. Bij exclusie van de trials van lage kwaliteit werden er geen significante verschillen meer gevonden. Het meest opvallend is echter de bevinding dat corticosteroïdinjecties zowel op de korte termijn (SMD -0,98; 95%-BI -2,06 tot 0,11) als op de medium lange termijn (6 tot 13 weken; SMD -0,86; 95%-BI -1,90 tot 0,19) niet effectiever zijn dan placebo-injecties.
Ondanks de lage kwaliteit van bewijs lijkt het placebo-effect een grote rol te spelen bij de effectiviteit van injecties. Dit is wel iets om in acht te nemen bij het toepassen van deze pijnlijke behandeling.
Lees meer over het onderzoek Corticosteroid injection for plantar heel pain: a systematic review and meta-analysis.
Literatuur
- Whittaker GA, et al. Corticosteroid injection for plantar heel pain: a systematic review and meta-analysis. BMC Musculoskel Disord 2019;20:378.